1967
In 1967 kreeg Van Ginkel erkenning van de Rijksdienst voor het Wegverkeer en liet men zich inschrijven als erkend constructeur. De producten werden voortaan als GINAF verkocht. GINAF kreeg een stevige positie op de kippermarkt.
In technisch opzicht bleven de wagens samengesteld uit componenten met een legergroen verleden. Assen, versnellingsbakken, stuurinrichtingen e.d. bleken na een grondige revisie onverslijtbaar. Deze delen zorgden voor een lage aanschafprijs, hetgeen voor velen de doorslag gaf juist een GINAF te kopen. De jaarlijkse productie groeide naar zo’n 150 wagens. In de zeventiger jaren werden steeds meer nieuwe componenten (zoals cabines) gebruikt, het meest afkomstig van Daf.